Nieuwjaarsboodschap van de Decaan - 2018

  • Afdrukken

Geachte collega’s,

Dames en heren,

Ik wil u graag allemaal hartelijk welkom heten bij deze feestelijke opening van het nieuwe jaar, het is daarbij traditie dat we kort terugzien op de gebeurtenissen van het voorbije jaar en dat vooruitzien naar de uitdagingen en opportuniteiten die zich in het komende jaar zullen stellen. Het is ook traditie dat we vandaag onze collega’s eren die het afgelopen jaar met pensioen zijn gegaan en dat we na afloop van deze nieuwjaarsboodschap samen met hen het glas zullen heffen om hen te bedanken voor hun inzet voor onze instelling.

Dames en heren de afgelopen 5 jaar heeft onze faculteit Geneeskunde en Farmacie het goed gedaan. We zijn met ongeveer 10% gegroeid en hebben nu 2099 studenten: 1319 bachelors en masters, 407 ManaMa studenten en 262 doctoraatsstudenten. De sterkste groei is er geweest bij de farmaceutische wetenschappen waar er een toename is met 50% over de afgelopen 5 jaar, van 300 tot 468 studenten in Ba en Ma samen, waarbij vooral de toename in de masterjaren van de opleiding geneesmiddelenontwikkeling opvalt. Ook bij de geneeskunde is er de afgelopen vijf jaar een toename geweest van 355 tot 474 studenten. Daar dienen we dan nog de 339 ASO’s en HAIO’s bij te tellen waardoor we dit jaar op meer dan 800 betoelaagbare studenten geneeskunde komen. Ik benadruk daarbij het woord betoelaagbaar, omdat vanaf 2018 alle diploma’s geneeskunde, dus ba, ma en manama zullen meetellen voor de toekenning van het zg onderwijsvariabele deel van de onderwijsmiddelen.  We hopen en verwachten dat met name het relatief grote aantal arts-specialisten dat we in opleiding hebben zal leiden tot een verhoging van onze facultaire allocatie. Voor de toekomst van de campus Jette is een voldoende grote instroom in de opleiding Geneeskunde van groot belang. Zoals u weet wordt de instroom in deze opleiding sterk beperkt via een toelatingsexamen. In 2017 werd voor het eerst ook een toelatingsexamen aan Franstalige zijde georganiseerd, waardoor onze rekrutering in de regio Brussel over betere kansen zou moeten beschikken dan in de periode daarvoor, toen aankomende studenten geneeskunde zonder toelatingsexamen te hebben afgelegd konden starten aan de Franstalige instellingen. Nu een meer ‘level playing field’ werd bereikt zullen jongeren uit het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel mogelijk vaker voor de VUB kiezen en we hebben dit jaar dan ook een significante stijging gezien van het aantal generatiestudenten, dwz studenten die direct na de beëindiging van het SO hebben gekozen voor een studie geneeskunde aan de VUB.

De derde basisopleiding in onze faculteit, die van de Biomedische wetenschappen, is qua aantal studenten in Ba jaren min of meer stabiel gebleven; maar is het aantal studenten in de masterjaren relatief beperkt qua omvang. Er lijkt bij deze opleiding nood aan een versterking van de instroom van studenten met een uitgesproken onderzoeksprofiel. Kenmerkend voor deze opleiding is ook dat jaarlijks een aanzienlijk cohorte overstapt naar de geneeskunde na het succesvol afleggen van het toelatingsexamen. Deze zij-instroom in de geneeskunde is substantieel en twee van de drie beginnende studenten geneeskunde doen dit momenteel via een voorbereidende opleiding, vaak de biomedische wetenschappen.

Ondanks de over het algemeen goede cijfers voor alle opleidingen samen, blijft de rekrutering van nieuwe studenten een belangrijk aandachtpunt: naast de master biomedische wetenschappen is er vooral bij de geneeskunde ruimte om nog substantieel te groeien om ons reguliere marktaandeel van 10% te halen; dit streefcijfer zou overeenkomen met een beoogde groei van deze opleiding van het huidig aantal eerstejaars van 67 tot idealiter ca 90 studenten, 10% van de jaarlijkse instroom in de opleiding geneeskunde in Vlaanderen. Er zijn de afgelopen jaren veel inspanningen geleverd om de instroom te vergroten, onder meer door de inzet van de commissie communicatie en voorlichting, maar ook het aanstellen van een eigen communicatiemedewerker, dhr Dirk Wouters, heeft een nieuwe impuls gegeven en de uitstraling van onze instelling verder verbeterd. Zo werd een professionele marktstudie uitgevoerd en een communicatiecampagne en website rond het toelatingsexamen door een gespecialiseerd bedrijf opgezet. Al deze inspanningen verlopen in nauw overleg met het UZ gezien het gemeenschappelijk strategisch belang van een voldoende grote populatie studenten geneeskunde voor onze gehele campus. In het nieuwe jaar willen we daarom nieuwe projecten opstarten om onze uitstraling te vergroten: naast de bestaande reeds lopende initiatieven rond het toelatingsexamen geneeskunde zullen we daarom inzetten op een verbetering van de contacten met de ons omringende scholen; we zullen ook inzetten op een betere alumniwerking gezien de belangrijke instroom die we traditioneel vanuit deze hoek mogen ontvangen. Ik wil hierbij graag iedereen die zich het afgelopen jaar heeft inzet voor de rekrutering, zij het tijdens sid-ins, de infodagen of bij schoolbezoeken van harte bedanken voor hun belangrijke inzet.

Dames en heren, 2017 telde een aantal belangrijke hoogtepunten, waaronder traditioneel de plechtige diplomauitreiking, die ook dit jaar weer een groot succes was met parallele sessies in meerdere auditoria. Ook het door de studenten en jonge UZartsen, onder coördinatie van Ben De Brucker, georganiseerde symposium Medische Wereld was een belangrijk moment voor onze campus met aanmerkelijke uitstraling naar de media en naar de beleidsmakers in de gezondheidssector; meer dan 1000 aanwezigen in 6 auditoria hebben samen mee helpen nadenken over de toekomst van de gezondheidszorg.  Het bestuur wenst eenieder die aan deze activiteiten hebben meegewerkt en met name de betrokken studenten, collega’s uit het UZ, facultair secretariaat en de technische dienst van harte te bedanken voor hun bijdrage aan deze voor onze faculteit en ons UZ zo belangrijke evenementen.

Ook belangrijk voor onze campus was de JCI accreditatie van ons ziekenhuis en de AAHRPP accreditatie van ons clinical trial centrum, bewijzen dat deze campus zorg en klinische onderzoek biedt van internationaal niveau; iets waar we allemaal trots op kunnen zijn en waar we onze collega’s van het UZ mee willen feliciteren.

Er waren in 2017 ook moeilijker momenten, zoals het bericht dat onze collega en gastdocent in de interuniversitaire opleiding Disaster Medicine dr Ahmadreza Djalali in Iran ter door werd veroordeeld. Onze hele VUB gemeenschap heeft verontwaardigd hierop gereageerd en zich ingezet om zijn vrijlating te bewerkstelligen. Hierbij weten zij zich gesteund door onze alumni en emeriti, zoals ook bleek uit de protestrede over ‘Onrecht’ door professor emeritus Jean-Jacques Amy.

Onze faculteit is vorig jaar ook op andere manieren in het nieuws gekomen, onder meer door de vaststelling door de Brusselse overheid dat de infrastructuur en het beheer van onze animalaria niet aan de wettelijke eisen voldeden. Na omvangrijke aanpassingen, zowel aan de infrastructuur van het animalarium als aan het beheer en het toezicht op de naleving van de wetgeving op het dierenwelzijn, is de conformiteit met de wetgeving inmiddels aanzienlijk verbeterd, maar nog niet volledig geregulariseerd. De oude animalaria zijn qua infrastructuur niet langer geschikt voor hun doel en de bouw van een nieuw animalarium zal daarom hopelijk nog in 2018 een aanvang nemen. De universiteit heeft zich als doel gesteld om van het toekomstig animalarium een model-instituut te maken dat aan de hoogste internationale kwaliteitseisen zal voldoen; er is hiervoor echter nog een flinke weg te gaan; ik wil het beheersteam van het animalarium onder leiding van collega Karine Hellemans en de ethische commissie dierproeven onder voorzitterschap van collega Karine Breckpot bedanken voor het vele werk in de afgelopen periode, en hun alle steun toezeggen om dit belangrijke project tot een goed einde te brengen. Naast de problemen met dierenwelzijn, zijn er echter ook belangrijke initiatieven geweest afgelopen jaar met het opzetten van het innovatiecentrum IC-3R voor de ‘refinement, reduction en replacement’ van dierproeven, een centrum opgezet door collega Vera Rogiers die voor haar werk in dit domein de Franquileerstoel mocht ontvangen van de universiteit van Antwerpen. Dit is overigens de tweede Franquileerstoel die een lid van onze faculteit afgelopen jaar mocht ontvangen, omdat ook collega Vandendriessche de Franquileerstoel ontving van de Universiteit van Gent voor zijn werk in het domein van de gentherapie. Beide collega’s wil ik hierbij nogmaals feliciteren met deze belangrijke eerbewijzen.  

Dames en heren, voor onze faculteit en ons Universitair ziekenhuis is het belangrijk om ons wetenschappelijk en politiek netwerk voldoende uit te bouwen, zeker gezien de grote uitdagingen in de gezondheidssector en de ingrijpende veranderingen zoals de vorming van de ziekenhuisnetwerken. In deze context is het advies van externe experten zeer waardevol en we zijn daarom zeer vereerd dat we ook afgelopen jaar een reeks van nieuwe UMC fellows hebben mogen verwelkomen, in 2017 waren dit Lutgarde Buydens, Pim Drinkenburg, Paul Callewaert en Karine Moykens; aan alle fellows, ook zij die in eerdere jaren zijn benoemd en het afgelopen jaar hebben bijgedragen aan de activiteiten binnen onze faculteit wil ik van harte danken voor hun ondersteuning van Faculteit en Ziekenhuis. 

Ook in komende nieuwe jaar zullen zich de nodige opportuniteiten en uitdagingen stellen. Ze zijn voor een deel opgenomen en besproken in het Facultaire deelbeleidsplan voor de periode 2018-2020. In dit beleidsplan zijn een 15-tal projecten uitgewerkt waar de faculteit in 2018 en daarna extra aandacht aan wil geven; ik zal ze niet allemaal met u overlopen, maar alleen globaal enkele punten belichten:

Op het gebied van onderwijs is het nodig om continu te verbeteren en te innoveren, zowel naar de inhoud als naar de aard van de geboden richtingen. Een belangrijk aandachtspunt is hierbij het remediëringsonderwijs, waarbij nieuwe studenten op basis van ijkings- of ingangstoetsen worden geëvalueerd en indien nodig een individueel remediëringstraject krijgen aangeboden.  Onze faculteit zal ook meer inzetten op Engelstalig onderwijs en het is de bedoeling om meerdere nieuwe opleidingen of richtingen waarin het Engels de onderwijstaal zal zijn op te starten, zoals een Engelstalige master Global Health, een brede Engelstalige Bachelor of Sciences en een Engelstalige Onderzoeks-Master Gerontological Sciences. Het onderwijs zal ook worden aangepast aan de opmerkingen die zijn gemaakt in het kader van interne of externe audits of wettelijke wijzigingen in curricula. Zo zal het curriculum van de Farmaceutische Wetenschappen worden aangepast op basis van de visitatierapporten en zal de ManaMa specialistische geneeskunde worden hervormd door een wettelijk voorziene uitbreiding van 120 naar 180 SP. Een uitbreiding die samenhangt met de omvorming van de opleiding Geneeskunde van zeven naar zes jaar. In het kader van deze omvormingen zal de faculteit in het academiejaar 18-19 worden geconfronteerd met een zg ‘dubbele cohorte’, waarbij twee afstudeerjaren gelijktijdig aan een vervolgopleiding specialistische geneeskunde beginnen. Deze dubbele cohorte zal leiden tot een acute nood aan kwalitatieve klinische opleidingsplaatsen in Vlaanderen. Samen met het UZBrussel wordt naar een oplossing gezocht en kon reeds aan een eerste groep studenten uit deze dubbele cohorten een geschikte stageplaats worden aangeboden.

Omdat de kwaliteit van ons onderwijs in belangrijke mate wordt beïnvloed door de kwaliteit van onderwijsondersteunende initiatieven en platformen, zal de faculteit investeren in een facilitair onderwijsondersteunend platform dat zowel op het gebied van onderwijsdeskundigheid, e-learning, kwaliteitszorg en administratie de opleidingen zal ondersteunen. Op het gebied van diversiteitsbeleid zal worden ingezet op betere contacten met de scholen in de Brusselse regio en zal samen met studenten met een diversiteitsachtergrond een netwerk worden gecreëerd binnen deze doelgroep. De contacten zullen deels kaderen in een rekruteringsstrategie waarbij voorbereidingsactiviteiten ten behoeve van het afleggen van ijkingstoetsen of het toelatingsexamen geneeskunde, worden ingezet om de naamsbekendheid van de VUB te vergroten.

In de context van het diversiteits- en internationaliseringsbeleid zullen onze studenten ook beter worden voorbereid op de meertalige omgeving van Brussel en zal hun kennis van medisch/farmaceutisch Frans beter worden gewaarborgd door taalonderwijs in te bouwen in het curriculum.

Ook qua onderzoek staan in het nieuwe jaar een reeks initiatieven op het programma. Voor wat betreft de doctoraatsopleiding zal er een internationale Engelstalige doctoral school in Diaster Medicine and Humanitarian Relief worden opgericht samen met de universiteit van Piemonte, waarmee ook eerder al een zeer succesvolle internationale samenwerking werd opgezet binnen de ManaMa Disaster Medicine. Er zal worden onderzocht of de VUB onderzoeks- en Onderwijsactiviteiten in het domein van Public Health kunnen worden samengebracht op één platform, een “School of Public Health” naar internationaal model.

Het onderzoek zal verder worden ondersteund door het oprichten van een Interfacultaire Cel Dataverwerking en Statistiek (ICDS) en van core-facilities; zoals het animalarium, maar ook van nieuwe core-facilities die kostbare en kennis-intensieve technologien zullen groeperen op gemeenschappelijke platformen. In de komende jaren wenst de faculteit tevens investeren in digital Health en epidemiologie gezien het belang van domeinen voor het ontwikkelen van preventieve geneeskunde, een domein dat met de veroudering van onze bevolking en met de toename van chronische aandieningen aan belang zal winnen. De samenwerking met de faculteiten WE en IR zal verder worden uitgebreid om de complementaire expertise die bestaat in meerdere domeinen beter te benutten.

De bestaande goede en intensieve samenwerking tussen faculteit GF en het UZ Brussel zal verder worden uitgebouwd, ook op niveau van het beheer van de universitaire campus Jette. Er zal worden gestreefd naar maximale synergie voor wat betreft het beheer van de infrastructuur; een infrastructuur die meer dan 40 jaar oud is en waar renovatie en vernieuwing van de facultaire infrastructuur dringend nodig is. De renovatie van gebouw K nadert zijn voltooiing, de nieuwbouw van het animalarium wordt, zoals gezegd nog hopelijk dit jaar opgestart en ook de practicumzalen en een deel van gebouw D zullen in 2018 aan bod komen.

Faculteit en UZ zullen hun personeelsbeheer beter gaan afstemmen voor wat betreft de aanstelling en evaluatie van de medische diensthoofden. Er wordt een gezamenlijk procedure voorzien waarbij er een verregaande integratie is van de Universitaire en UZ-procedures. Het academisch carrière-pad in het UZ Brussel zal verder worden verduidelijkt naar het personeel toe, alsook de incentives die zijn ingebouwd om dit academisch luik te faciliteren.

Bij het begin van het nieuwe jaar is het tevens een traditie om hulde te brengen aan de collega’s die afgelopen jaar met emeritaat zijn gegaan. Dat zijn dit jaar een 13-tal collega’s:

  1. Prof MARC BRACKE (2004-2017) – Gastprofessor in de Oncologie; studeerde Geneeskunde aan UGent en behaalde een doctoraat Biomedische Wetenschappen aan diezelfde universiteit in 1983. Zijn aanstelling aan onze faculteit in 2004 voor het onderwijs in de mechanismen van invasie en metastase combineerde hij met een voltijdse gewoon hoogleraar aan de UGent.
  2. Prof PEDRO BRUGADA - studeerde geneeskunde aan de universiteit van Barcelona, waar hij in 1979 ook zijn erkenning tot arts-specialist in de cardiologie behaalde. In 1982 verdedigde hij zijn doctoraat in de cardiale electrofysdiologie aan de Universiteit van Maastricht, alwaar hij snel opklom tot hoogleraar en directeur van het laboratorium voor klinische electrofysiologie. In 1991 verplaatste hij zijn activiteiten naar het cardiovasculaire centrum van het OLV Aalst, en later in 2007 werd hij hoofd van het hartritme managementcentrum in het UZBrussel en hoogleraar in de cardiale elektrofysiologie. Prof Brugada’s wetenschappelijke en klinische bijdragen in het domein van de cardiale fysiologie, in het bijzonder over het Brugada syndroom, een overerfbare hartaandoening verantwoordelijk voor het plots overlijden van vooral ook jonge patiënten, zijn van wereldniveau en hebben aan het UZBrussel en de VUB een belangrijke uitstraling gegeven als expertise-centrum in dit domein.
  3. Prof MICHEL CAMUS -- studeerde geneeskunde aan de ULB en werd erkend als geneesheer-specialist in de Verloskunde en Gynecologie in 1982. Hij was afdelingshoofd van het centrum voor Reproductieve geneeskunde van het UZBrussel. Hij was samen met de collega’s Devroey en van Steirteghem een van de pioniers van de in vitro-fertilisatie. Als aspirant bij het toenmalige FNRS werkte hij mee aan het onderzoek naar implantatie van embryo’s bij proefdieren, was betrokken bij het opstarten van een IVF centrum in het st-Pietersziekenhuis, waar hij verantwoordelijk was voor de geboorte van de 1-ste IVF baby in Franstalig België in 1983; vanaf 1986 was hij betrokken bij het IVF centrum van het UZ Brussel. Hij was lange tijd voorzitter van de Medische Raad, lid van de Raad van Bestuur van het UZ en lid van de Hospitalo-Facultaire commissie; heeft hij in belangrijke mate bestuurlijk bijgedragen aan de uitbouw van onze campus.
  4. Prof WIM DISTELMANS – Studeerde af als dokter in de genees-, heel en verloskunde aan de VUB in 1978, Hij werd erkend als geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie in 1992. Hij behaalde een doctoraat op proefschrift in de medische wetenschappen in 2000. Hij was afdelingshoofd Radiotherapie in het UZBrussel en heeft zich ingezet voor de uitbouw van de multidisciplinaire ondersteuning van zwaar zieke of ongeneeslijke patiënten, hij was oprichter van het dagcentrum TOPAZ, het Forum palliatieve zorg en het Levenseinde informatiecentrum.  Als medische-expert was hij nauw betrokken bij de totstandkoming van de wetgeving rond euthanasie en heeft hij substantieel bijgedragen tot het medische-ethisch profiel van onze instelling.
  5. Prof GUIDO GOELEN - studeerde af in de GHV aan de VUB in 1983. Hij werd erkend als huisarts in 1985 en als arbeidsgeneesheer in 1991.  Hij heeft een doctoraat in de medische wetenschappen in 2001 in het domein van de ethische aspecten van de arts-patiënt relatie. Hij was docent aan onze faculteit vanaf 2009 in het domein van de communicatievaardigheden, consultvoering en beroepshouding.
  6. Prof FRANS GORUS studeerde af als dokter in de GHV aan de VUB in 1975 en als master in de Biochemie in 1977; hij werd erkend als geneesheer specialist in de klinische biologie in 1980. Zijn doctoraat behaalde hij in 1984 met een thesis in het domein van insuline onafhankelijke cellulaire glucose opname. Vanaf 1980 was hij achtereenvolgens resident, adjunct-kliniekhoofd, kliniekhoofd en tot 2015 diensthoofd van het departement klinische chemie in het UZ Brussel; Hij werd in 1985 aangesteld, eerst als docent en later als voltijds hoogleraar met opdrachten in de Biochemie en de Algemene Pathologie. Zijn onderzoek situeert zich binnen het Diabetes Research Center van de VUB en binnen het Belgisch Diabetes Register dat hij heeft helpen uitbouwen.
  7. Prof LUC HUYGHENS - Studeerde geneeskunde aan de VUB en werd erkend als arts-specialist in de inwendige geneeskunde in 1982; en verwierf de bijzondere beroepstitel intensieve zorgen in 1996; hij behaalde zijn doctoraat in het domein van de cardiopulmonaire resuscitatie. Vanaf 1994 was hij diensthoofd Intensieve zorgen in het UZBrussel. Hij was als gewoon hoogleraar belast met een uitgebreide reeks onderwijstaken waaronder acute geneeskunde, ziekten met systemische weerslag, medische terminologie en medische vaardigheden. Hij was een drijvende kracht achter het skillslab, zette zich in voor onderwijsinnovatie en de samenwerking met de Erasmushogeschool Brussel. Hij was Voorzitter medische raad, ondervoorzitter raad van bestuur UZ en vele jaren voorzitter van de opleidingsraad geneeskunde.
  8. ANNE MALFROOT Studeerde geneeskunde aan de VUB en werd erkend als geneesheer-specialst in de pediatrie in 1982. Zij behaalde haar doctoraat met een proefschrift over het verband tussen gastro-oesofageale reflux en respiratoire ziekten bij kinderen. Zij was afdelingshoofd kinderlongziekten, infectieziekten en reiskliniek en hoofd van het cystic fibrosis centrum van het UZ Brussel. Zij was docent in het domein van de acute geneeskunde en de pediatrie en betrokken bij het postgraduaat onderwijs, onder meer in de kinderpneumologie.
  9. FRIEDA MATTHIJS studeerde geneeskunde aan de UGent  en werd erkend als geneesheer-specialist in de psychiatrie in 1982. Zij behaalde haar doctoraat in het domein van ADHD en substance use disorders; zij was/is diensthoofd psychiatrie in het uz Brussel vanaf 2012 en docent psychiatrie en psychologie. Zij was onder meer voorzitter van de Vlaamse vereniging voor psychiatrie; voorzitter forum verslavingsgeneeskunde, voorzitter vereniging voor alcohol en drugproblemen.
  10. ANNE NAESSENS studeerde geneeskunde aan de VUB en werd erkend als geneesheer-specialist in de klinische biologie in 1984; zij behaalde haar doctoraat in 1994, was Afdelingshoofd microbiologie in het UZ Brussel en Docent microbiologie en ziektenleer sinds 2001;
  11. MARC NYSSEN behaalde zijn doctoraat in de toegepaste wetenschappen in 1983. Verzorgde als hoogleraar het onderwijs in het domein van de medische informatica in onze faculteit. Hij was voorzitter van het rekencentrum en actief in maatschappelijk dienstbetoon, waaronder projectleider van Recipe, het elektronisch medische voorschrift in België.
  12. VERA ROGIERS  studeerde af als apotheker aan de UGent in 1974; behaalde haar doctoraat in 1980 met een thesis in het domein van cystische fibrose; Ze was sinds 1974 aangesteld aan de VUB en verzorgde als gewoon hoogleraar het onderwijs in onder meer de Toxicologie en de safety assessment van cosmetica. Ze heeft zich ingezet voor het ontwikkelen van alternatieve methoden voor dierproeven; recent nog met het oprichten van het innovatie centrum voor de 3R’s op onze campus. Ze ontving zoals al gemeld enkele maanden gelden de Franqui leerstoel van de UAntwerpen.
  13. WALTER VINCKEN, studeerde geneeskunde aan de VUB en werd erkend als geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde in 1981 en als pneumoloog in 1985. Na een periode als navorser aan de McGill University in Montreal, Canada, legde hij een doctoraatsthesis af in het domein van de spirometrie in 1988. Hij was diensthoofd Pneumologie in het UZ Brussel en lid en ondervoorzitter van de Raad van Beheer van het UZ Brussel. Hij werd in 1979 aangesteld als assistent aan de faculteit en verzekerde later als docent en titularis het onderwijs in de respiratoire fysiologie en de Pneumologie.

Ik wil deze collega’s namens onze faculteit en namens onze universiteit bedanken voor hun jarenlange inzet. Ik ben er ook zeker van dat we op hun steun kunnen blijven rekenen en hoop dat we hun nog vaak terug zullen mogen begroeten op onze campus.

Ik wil ook nadrukkelijk hulde brengen aan alle andere collega’s van onze faculteit die in 2017 met pensioen gingen en wiens namen hier niet zijn genoemd. Zij hebben, sommigen over een periode van meer dan 40 dienstjaren, een essentiële bijdrage geleverd aan het succes van onze campus, ons onderzoek en ons onderwijs. Wij zijn ze veel dank verschuldigd en wensen hen toe dat ze nog vele jaren in goede gezondheid van een welverdiende pensionering zullen kunnen genieten

Ik wil afsluiten met eenieder te bedanken die zich het afgelopen jaar heeft ingezet voor onze faculteit. In het bijzonder wil ik daarbij facultair secretariaat bedanken voor hun grote inzet, met name Hilde Willems die door het tijdelijk uitvallen van onze administratief secretaris Chantal Vermoesen een dubbele taak op zich genomen heeft genomen. De Faculteit is haar en alle andere leden van het facultair secretariaat die haar daarbij hebben ondersteund, zeer dankbaar. En we zijn ook heel blij dat we vandaag Chantal weer bij ons mogen zien.

Namens het bureau van de faculteit de collega’s Brigitte Velkeniers, Nicole Pouliart, Tamara Van Haecke en Ivan Bautmans, samen met Chantal Vermoesen en Hilde Willems, wil ik u allen een zeer succesvol en boeiend 2018 toewensen, met in de eerste plaats een goede gezondheid, maar ook met veel voldoening, warmte en vriendschap zowel op het professionele als op het persoonlijke vlak.

Peter in’t Veld, decaan.